Internationaal
Werknemers uit het buitenland
Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (GWO) daagt u uit om grenzen te verleggen. In onze presentatie nemen wij als uitgangspunt de in Nederland gevestigde werkgever met werknemers die buiten Nederland wonen. Aan bod komen 5 thema’s, daarin schenken we aandacht aan de theorie en de praktijk.
Onze thema’s zijn: administratieve aandachtspunten, internationale belastingheffing én sociale zekerheid. Daarna komen de gevolgen aan bod die dit heeft voor de inhouding van de loonheffingen. Vervolgens bespreken we de kwalificerende buitenlandse belastingplicht vanuit het perspectief van de werknemer.
Tot slot wordt bij al deze onderwerpen uitgebreid stilgestaan bij de effecten die de fiscale coronamaatregelen vanaf 2020 met zich mee brengen.
Neemt u de uitdaging aan om samen met ons de grenzen te verleggen?
Deelname aan deze sessie is mogelijk zonder basiskennis van deze thema’s.
-
Uitgeschreven tekst
-
Welkom bij de sessie Internationaal, ik ben Dirk America, werk bij Kennis- en Expertisecentrum Buitenland in Heerlen bij team GWO.
Goedemiddag, ik ben Natasja Smeets werkzaam bij Particulieren en ik houd me voornamelijk bezig met de inkomstenbelasting waar internationale problematiek speelt.
Grenzen verleggen in 2020. We hebben er allemaal mee te maken gehad. Zowel op persoonlijk als professioneel vlak hebben we allemaal onze grenzen moeten verleggen. En dat maakt dit moment extra bijzonder, want wij gaan met u nog een grens verleggen. Op het programma van vandaag staat namelijk de Nederlandse werkgever die een buitenlandse werknemer in dienst neemt. Wat komt daar allemaal bij kijken?
Het komende half uur nemen Dirk en ik u mee langs een vijftal thema’s. Zodat u aan het eind van de presentatie een beeld heeft van alle belangrijke zaken die komen kijken bij het in dienst nemen van een buitenlandse werknemer.
Allereerst zal ik dadelijk met u de werkgever in Nederland en de belastingverdragen met u doorspreken. En vervolgens zal Dirk met u naar de sociale zekerheid, loonheffingen en kwalificerend buitenlands belastingplichtige gaan kijken.
En in onze presentatie zult u op verschillende momenten een virus icoontje tegenkomen. Dat is een aanwijzing dat die onderdelen van de presentatie betrekking hebben opgenomen coronamaatregelen, die van invloed kunnen zijn op het betreffende thema waar we zijn. Verder op ziet u ook een informatie icoontje. En dat informatie icoontje is een verwijzing naar online documenten waarin we wat extra achtergrondinformatie en handige link hebben opgenomen. Aan het eind van deze presentatie is er nog wat ruimte om een aantal van uw vragen te beantwoorden. Stuur die vragen dan ook zeker in tijdens de presentatie. Daar komen we dan later nog op terug.
Laten we eens gaan kijken naar die Nederlandse werkgever die een buitenlandse werknemer in dienst neemt. Voor aanvang van de dienstbetrekking zijn er aantal administratieve aandachtspunten waar werknemer en werkgever bij stil moeten staan.
Denk bijvoorbeeld aan het Burgerservicenummer. Een buitenlandse werknemer die zal meestal niet in het bezit zijn van een Burgerservicenummer. Maar dat is wel noodzakelijk om hier te kunnen werken. De werknemer die hier in Nederland komt werken, maar in het land van herkomst blijft wonen, kan bij een gemeenteloket voor niet-ingezetene een Burgerservicenummer aanvragen.
Daarnaast dient die werknemer ook een DigiD aan te vragen. Die heeft hij namelijk nodig voor het doen van aangifte inkomstenbelasting of het aanvragen van toeslagen. Voorheen was de aanvragen van een DigiD alleen mogelijk voor personen buiten NL met de Nederlandse nationaliteit. Maar vanaf september 2020 kun ook inwoners van andere EU-landen en EER-landen een DigiD aanvragen. Op welke manier dat kan kunt u terugvinden in onze online documenten.
Het is ook belangrijk dat werkgever en werknemer voor aanvang van de dienstbetrekking stilstaan bij het gebruikelijk arbeidspatroon.
Dit arbeidspatroon heeft namelijk directe invloed op de belastingheffing en sociale zekerheid zoals we verderop in de presentatie zullen zien. Bij het vaststellen van dat gebruikelijke arbeidspatroon wordt er stilgestaan waar de werkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Is er bijvoorbeeld sprake van thuiswerken? Of wordt er in verschillende landen gewerkt? Allerlei omstandigheden die van invloed zijn op dat gebruikelijke arbeidspatroon.Daarnaast kennen we in de loonheffingssfeer en de inkomstenbelasting heffingskortingen, zoals de arbeidskorting en algemene heffingskorting. Wanneer een werknemer is Nederland verzekerd is voor de volksverzekeringen heeft hij recht op de premiedelen van de heffingskortingen. Van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Sinds 2019 heeft in beginsel alleen een inwoner van Nederland nog recht op het belastingdeel van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Daarop zijn wel een aantal uitzonderingen. Is er sprake van een werknemer uit een EU, EER-land, Zwitserland of de BES-eilanden, dan bestaat er wel recht op het belastingdeel van de arbeidskorting. De inwoners van deze landen behoren tot de zogenaamde landenkring. Die landenkring zien we ook terugkomen bij de loonheffing en later bij de kwalificerend buitenlands belastingplichtige. Daarnaast heeft een werknemer uit België, Suriname of Aruba recht op het belastingdeel van de algemene heffingskorting op grond van de non-discriminatiebepaling uit de belastingverdragen.
In alle andere situaties mag de werkgever dus niet langer die belastingdelen automatisch toepassen in de loonheffingen. Wanneer er sprake is van een werknemer uit het buitenland dan zal zo iemand ook aangifte moeten doen voor de inkomstenbelasting. En via die aangifte inkomstenbelasting kan er getoetst worden of er sprake is van een kwalificerend buitenlands belastingplichtige, waardoor er alsnog recht bestaat op de belastingdelen van de heffingskortingen.
En de 30%-regeling. Wellicht bent u er al mee bekend. Een werknemer die is geworven vanuit een ander land kan in Nederland geconfronteerd worden met extra kosten in verband met het tijdelijke verblijf hier, omdat het levensonderhoud bijvoorbeeld duurder is. Die extra kosten mag de werkgever vergoeden. Hij kan dan kiezen voor het vergoeden van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Of hij kan kiezen voor het toepassen van de 30%-regeling. Voor de toepassing van die 30%-regeling dient er een beschikking aanwezig te zijn wanneer er sprake is van werknemer die geworven is vanuit een ander land. Die beschikking dient tijdig aangevraagd te worden. En de manier waarop dat kan, kunt u terugvinden op onze internetsite. Daar is een formulier te vinden wat u kunt downloaden en kunt invullen. Op basis van die 30%-regeling mag de werkgever in dat geval 30% van het loon onbelast uitbetalen.
Als gevolg van corona zijn er verschillende maatregelen getroffen die ook van invloed kunnen zijn op zojuist besproken aandachtspunten.Denk bijvoorbeeld aan het Burgerservicenummer. Daarvan hebben we gezien dat dat fysiek aangevraagd moet worden bij een gemeenteloket. Maar wellicht is het helemaal niet mogelijk om op dit moment dat gemeenteloket fysiek te bezoeken. In dat geval kan een Burgerservicenummer ook schriftelijk aangevraagd worden bij de Belastingdienst.
Wellicht is het gebruikelijke arbeidspatroon als gevolg van de coronamaatregelen ook gewijzigd. Voorheen werkte iemand bijvoorbeeld in zijn werkland, maar als gevolg van de coronamaatregelen is hij gaan thuiswerken in zijn woonland. Die wijziging van dat arbeidspatroon werkt weer door naar de belastingheffing en premieheffing.
De 30% regeling, die kan pas toegepast worden als er sprake is van een werknemer voor de wet op de loonbelasting. En om werknemer te zijn voor de wet op de loonbelasting moet iemand in Nederland werken. Wanneer de buitenlandse werknemer dus in het buitenland blijft wonen én werken is er geen sprake van een werknemer voor de wet op de loonbelasting waardoor de 30%-regeling pas toegepast kan worden vanaf de eerste werkdag in Nederland.
Als je te maken hebt met een buitenlandse werknemer krijg je via de loonheffing en inkomstenbelasting eigenlijk ook altijd te maken met de belastingverdragen. Hoe werken die belastingverdragen nou?
Een buitenlandse werknemer met Nederlands inkomen zien we als een buitenlandse, dan wel een kwalificerend buitenlandse belastingplichtige. En dat wil zeggen dat hij aangifte inkomstenbelasting moet doen voor zijn Nederlandse inkomen. In die aangifte kan hij verzoeken om voorkoming van dubbele belasting voor het deel van het Nederlands inkomen waar Nederland geen heffingsrecht over heeft. Of Nederland wel of geen heffingsrecht heeft over het inkomen volgt uit belastingverdragen. Nederland heeft met een groot aantal landen afspraken gemaakt om dubbele belastingheffing te voorkomen. En die afspraken zijn vastgelegd in belastingverdragen. In die verdragen worden dus de heffingsrechten over verschillende inkomensbronnen verdeeld tussen het woon- en werkland, of het andere land.
Als we dan gaan kijken naar inkomsten uit dienstbetrekking dan is er in de belastingverdragen een arbeidsartikel opgenomen. En in dat arbeidsartikel is een hoofdregel en een aantal uitzonderingsbepalingen opgenomen. De hoofdregel die zegt, er is belasting verschuldigd in het woonland, tenzij de dienstbetrekking wordt uitgeoefend in het werkland. Er wordt dan gekeken waar fysiek de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Zoals ik al aangaf zijn er ook enkele uitzonderingsbepalingen opgenomen. En de belangrijkste is de 183 dagen bepaling. Op grond van die bepaling komt het heffingsrecht alsnog toe aan het woonland wanneer is voldaan aan 3 cumulatieve voorwaarden.
Het gaat dan om de voorwaarden dat de werknemer minder dan 183 dagen is verbleven in het werkland in het belastingjaar. Die periode kan per belastingverdrag afwijkend zijn.
De werkgever is niet gevestigd in het werkland waar de werknemer zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd. En de werkzaamheden zijn niet ten laste van een vaste inrichting van de werkgever in dat werkland uitgevoerd.
Daarnaast zijn er in de belastingverdragen voor een bepaald aantal beroepsgroepen bijzondere bepalingen opgenomen. Dan kunt u bijvoorbeeld denken aan ambtenaren, sporters en artiesten, hoogleraren, of vliegend en varend personeel.
Hoe werkt een belastingverdrag nou? Laten we eens gaan kijken naar een voorbeeld. Maak kennis met Johan. Johan woont in België. En heeft een Nederlandse werkgever en werkt voor deze Nederlandse werkgever uitsluitend in Nederland. Hij heeft een Nederlandse werkgever en werkt uitsluitend in Nederland. Waar is Johan belasting verschuldigd op grond van het arbeidsartikel uit het belastingverdrag? De hoofdregel die zegt: er is belasting verschuldigd in het werkland. En dat betekent dat Nederland het volledige heffingsrecht heeft over het Nederlandse inkomen.
Regelmatig krijgen we ook vragen over de belastingheffing bij een buitenlands belastingplichtige die inkomsten heeft uit zelfstandige arbeid. Waar is deze persoon nou belasting verschuldigd? Denk bijvoorbeeld aan een Belgische pottenbakker die twee keer per week naar een Nederlandse markt gaat om daar zijn aardewerk te verkopen. Is deze persoon belasting verschuldigd in Nederland? Dat gaat eigenlijk buiten het toepassingsbereik van onze presentatie. Maar om toch in die behoefte te voorzien hebben we een online document beschikbaar gesteld waarin meer aandacht is gegeven aan de buitenlands belastingplichtige met inkomsten uit zelfstandige arbeid en waarin we nader ingaan op het begrip vaste inrichting. De hoofdregel uit de belastingverdragen die stelt namelijk dat er belasting is verschuldigd in het woonland, tenzij er sprake is van een vaste inrichting in het werkland. In dit soort gevallen is het dus van belang om vast te stellen of er sprake is van een vaste inrichting in Nederland.
Ook hier zijn er natuurlijk allerlei maatregelen getroffen als gevolg van corona die van invloed zijn op de toepassing van de belastingverdragen.
Als gevolg van de coronamaatregelen is iemand bijvoorbeeld thuis gaan werken waar voorheen in een ander land gewerkt werd. Als gevolg van dat thuiswerken is het gebruikelijke arbeidspatroon van die werknemer gewijzigd, wat dan directe gevolgen heeft voor de belastingheffing. Want we hebben zojuist gezien dat de hoofdregel is dat je belasting verschuldigd bent in het land waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Deze hoofdregel blijft ook ten tijde van corona van toepassing in bijna alle verdragen die Nederland gesloten heeft. Met uitzondering van onze buurlanden België en Duitsland. Want met hen hebben we bijzondere afspraken hierover gemaakt. En die afspraken die komen er kortgezegd op neer dat de belastingheffing zal plaatsvinden op grond van het gebruikelijke arbeidspatroon vóór coronamaatregelen. En dat wil zeggen dat er in de loonheffingssfeer en de belastingheffing in beginsel inhoudingen zullen plaatsvinden op grond van het gebruikelijke arbeidspatroon vóór coronamaatregelen, tenzij er achteraf in de aangifte inkomstenbelasting voor gekozen wordt om op basis van het feitelijke arbeidspatroon belasting te heffen. En dat gebeurd dan dus op grond van de reguliere regels uit een belastingverdrag. Het is dan van belang dat de werknemer kan aantonen op welke dagen hij als gevolg van de coronamaatregelen heeft thuisgewerkt. 9 december is bekend geworden dat deze bijzondere afspraken in ieder geval zullen gelden tot 1 april 2021.
Laten we dat eens duidelijk maken aan de hand van een voorbeeld. We gaan weer even terug naar Johan. Johan, die is inwoner van België en hij heeft een Nederlandse werkgever en werkte volledig in Nederland. We zagen dat hij op grond van de hoofdregel belasting verschuldigd was in het werkland, Nederland. Maar wat als het arbeidspatroon is gewijzigd als gevolg van het gedwongen thuiswerken. Wat betekent dat dan voor Johan?
Johan is vanaf maart 2020 gaan thuiswerken. En dat betekent dat hij op jaarbasis 70% in België heeft gewerkt en 30% in Nederland. Onder normale omstandigheden zou er in dit geval een salary split plaatsvinden, maar op grond van gemaakte afspraken met België vindt er in de situatie van Johan géén verschuiving plaats van de heffingsrechten. Tenzij Johan dus achteraf de keuze maakt om de gebruikelijke regels uit het belastingverdrag toe te laten passen.
Wanneer Johan ervoor kiest om die gebruikelijke regels uit het belastingverdrag toe te passen, dan is er een salary split aan de orde. En dat betekent dat België 70% van het inkomen mag belasten en Nederland zal 30% van het inkomen belasten.
Zoals we zojuist hebben gezien blijven de reguliere regels uit de belastingverdragen in bijna alle situaties van toepassing, tenzij er sprake is van werken of wonen in België of Duitsland, in dat geval heeft de werknemer de keuze om de gebruikelijke regels uit het belastingverdrag toe te passen of de speciale afspraken die er gemaakt zijn tussen de verschillende landen. Op basis van die speciale afspraken wordt er belasting geheven op grond van het gebruikelijke arbeidspatroon vóór genomen coronamaatregelen. In het voorbeeld van Johan betekent dat, dat er 100% belasting verschuldigd is in Nederland over het Nederlandse inkomen. Kiest hij voor toepassing van de reguliere regels dan zal er over 70% belasting geheven worden in België en 30% in Nederland. Die keuze maakt Johan kenbaar in zijn aangifte inkomstenbelasting in zijn woonland en zijn werkland. In beiden landen moet hij natuurlijk dezelfde keuze maken. Is er sprake van werken in een ander land dan België of Duitsland dan worden de reguliere regels uit het belastingverdrag toegepast. Ook ten tijde van corona.
Ik heb u vandaag even meegenomen in de zaken die van belang zijn bij een werkgever in Nederland en hoe de belastingverdragen werken. En Dirk zal nu verder gaan met de sociale zekerheid.
Dankjewel Natasja. Neem ik u mee naar het volgende onderwerp en dat is de sociale zekerheid. De sociale zekerheid is ondervangen in de EG-Verordening 883/2004. Deze verordening coördineert alle sociale zekerheidsstelsels binnen de Europese Economische Ruimte en Zwitserland. De verordening voorkomt ook dat iemand in één periode aan meer dan één nationale sociale wetgeving onderworpen kan zijn. We hebben het in deze presentatie over de werknemer en de werknemer is ondervangen in de regelgeving met betrekking tot werken in loondienst en werken anders dan in loondienst. In tegenstelling tot de belastingverdragen, waar bijvoorbeeld een salary-split kan plaatsvinden, zorgt de verordening ervoor dat iemand slechts in één land tegelijkertijd verzekerde kan zijn. De hoofdregel is dat men verzekerd raakt in het land waar men werkt. Kortom het werkland.
Gaan we weer naar Johan, die in België woont, fysiek 100% van zijn werktijd in Nederland werkt bij de Nederlandse werkgever. Johan valt daardoor onder de hoofdregel van de verordening. Johan is sociaal verzekerd in zijn werkland en dat is Nederland.
Uiteraard kan een hoofdregel niet zonder dat er uitzonderingen bestaan en bij uitzonderingen kunt u bijvoorbeeld denken aan bepaalde beroepsgroepen, zoals een ambtenaar of een piloot. Bij die beroepsgroepen is het niet vanzelfsprekend dat die automatisch verzekerd raken in het werkland. Ook een werknemer die gedetacheerd wordt, die blijft vaak sociaal verzekerd in het land waarvandaan hij of zij uitgezonden wordt. Waar we deze presentatie dieper op in gaan is de volgende uitzondering, dat is het tegelijkertijd werken in twee of meer lidstaten. Dit is natuurlijk zeer actueel nu, door de coronamaatregelen worden grensarbeiders gedwongen om thuis te werken en daardoor ontstaat het dat ze in twee of meer landen tegelijkertijd werken. In al deze situaties is het verstandig dat de werknemer beschikt over een A1-verklaring.
Dieper ingaand op de situatie waarbij iemand dus tegelijkertijd in twee of meer landen werkt, moet er altijd gekeken worden vanuit het perspectief van het woonland. En dan moet er gekeken worden of iemand daar substantieel werkt. Substantieel is 25%. Dus werkt iemand meer dan 25% van de tijd in zijn of haar woonland, dan raakt die werknemer verzekerd in het woonland. Maar als deze persoon nu minder dan 25% van zijn of haar werktijd in het woonland werkt, dan raakt deze persoon meestal verzekerd in het land waar de werkgever zit. Ik noem het meestal, omdat natuurlijk complexe situaties kunnen voorkomen als er twee of meer werkgevers zijn in verschillende lidstaten. In die situatie zorgt de verordening altijd ervoor dat er uiteindelijk één land wordt aangewezen waar deze werknemer sociaal verzekerd is. En uiteraard ook in deze complexe situaties biedt een A1-verklaring altijd de uitkomst.
Ik stel u graag voor aan Anne. Anne woont in Duitsland en naar alle tevredenheid heeft ze een leuke baan bij haar Nederlandse werkgever, maar met haar werkgever heeft ze afspraken kunnen maken over hoe zij haar arbeidspatroon invult. Ze werkt één dag per week thuis in Duitsland en de rest van de tijd werkt ze in Nederland, dus zij werkt 20% in haar woonland en 80% van haar werktijd in Nederland.
De gevolgen voor de sociale zekerheid zijn als volgt: Anne werkt minder dan 25% van haar werktijd in het woonland en hierdoor raakt zij sociaal verzekerd in het land waar zij werkt bij de werkgever en dat is Nederland.
De coronamaatregelen hebben natuurlijk ook hun effect op waar iemand sociaal verzekerd raakt en in Europa is één en ander afgesproken om alles in goede banen te kunnen blijven leiden en dat laat ik u aan de hand van een aantal voorbeelden zien.
Het voorbeeld is wederom Anne, maar zij wordt nu gedwongen door coronamaatregelen om méér thuis te gaan werken. In plaats van die ene thuiswerkdag, werkt zij nu drie dagen per week thuis. Dat maakt dat ze 60% van haar werktijd in Duitsland, haar woonland, werkt. En nog maar 40% in Nederland. Onder normale omstandigheden werkt zij nu dus méér dan 25% van haar werktijd in haar woonland en zou zij sociaal verzekerd raken in Duitsland. Dat heeft natuurlijk ongewilde consequenties. Haar premieplicht en verzekeringsplicht verandert, maar denk bijvoorbeeld ook aan de aanspraken waar Anne recht op heeft, bijvoorbeeld haar zorgverzekering of de kinderbijslag kunnen ook ineens ongewild veranderen.
Wat is er nu afgesproken binnen de landenkring? Dat is dat men nog steeds blijft kijken naar het reguliere arbeidspatroon. Anne werkt nu dan natuurlijk drie dagen per week thuis, maar eigenlijk had zij die ene thuiswerkdag maar gehad als er een wereld zonder corona zou zijn geweest. Dus ondanks dat zij nu 60% van haar tijd in Duitsland, haar woonland, werkt, blijven we doen alsof zij maar één dag per week thuiswerkt en zij blijft dus, ondanks de gedwongen thuiswerkdagen, sociaal verzekerd in het land van de werkgever, in Nederland.
Nu we weten hoe de belastingverdragen hun effect hebben op waar de belasting geheven mag worden. Nu we ook weten hoe de sociale zekerheid ervoor zorgt waar een werknemer verzekerd raakt, kunnen we door met het volgende onderwerp en dat is het inhouden en afdragen van de loonheffingen.
Met name in ‘hoofdstuk 17 van het Handboek Loonheffingen’, daar vindt u uitgebreide uitleg over de belastingverdragen terug. Ook de 183 dagen regeling komt daar uitgebreid aan bod. Verder vindt u er twee stroomschema’s die stapsgewijs laten zien hoe de loonheffing op een correcte manier afgedragen en ingehouden dient te worden. Eén van die twee schema’s is specifiek bedoeld voor de werknemer die in het buitenland woont. Dat is precies waar onze presentatie dan ook over gaat. Een bijzondere groep die ik nog graag wil noemen, zijn de werknemers die in het buitenland wonen, die een Nederlandse werkgever hebben, maar die ook enkel en alleen in het buitenland werken. Dus in het woonland blijven om hun werkzaamheden uit te voeren. Tegenwoordig vindt dat natuurlijk steeds meer plaats door alle technische hulpmiddelen die er zijn en de vraag die we dan vaak krijgen is: wat moet de werkgever in Nederland nu doen voor deze werknemer in het buitenland? Wat betreft de loonheffingen hoeft er in Nederland geen inhouding en afdracht plaats te vinden. Wel een puntje van aandacht is: vraag altijd goed na in het land waar deze werknemer woont en werkt of daar enige verplichtingen ontstaan voor de Nederlandse werkgever.
De coronamaatregelen hebben natuurlijk ook hun effect op hoe de loonheffingen ingehouden en afgedragen dienen te worden. En wat betreft de inkomstenbelasting, heeft Natasja u net bijgepraat over dat wij afspraken hebben met onze buurlanden, Duitsland en België, dat voor de inkomstenbelasting dan gekeken mag blijven worden naar het reguliere arbeidspatroon. Voor de sociale zekerheid, binnen de genoemde landenkring, mag ook gekeken blijven worden naar het reguliere arbeidspatroon. Met die twee zaken in het achterhoofd en met behulp van het ‘Handboek Loonheffingen hoofdstuk 17’ kan het eigenlijk niet mis gaan met het inhouden en afdragen van de loonheffingen.
Zijn we alweer bij het laatste onderwerp van onze presentatie aangekomen. En dat is de kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Ook hier, u raadt het al, staan we weer stil bij de bijzonderheden van dit ook nogal bijzondere jaar.
We hebben een werknemer die in het buitenland woont. Deze is buitenlands belastingplichtig, want hij of zij woont buiten Nederland en heeft een Nederlands inkomen. De buitenlands belastingplichtige heeft al een beperkt aantal tegemoetkomingen in de inkomstenbelasting.
Maar wat kan deze werknemer nu zijn? Die kan kwalificerend buitenlands belastingplichtige zijn. De werknemer moet dan wel voldoen aan de volgende drie voorwaarden. Allereerst moet deze persoon binnen de landenkring wonen. Ten tweede moet minimaal 90% van zijn of haar wereldinkomen in Nederland belast worden. En tot slot moet de werknemer een inkomensverklaring kunnen meesturen met de Nederlandse aangifte en die inkomensverklaring moet ondertekend zijn door de buitenlandse belastingdienst. Als de werknemer nu aan al deze drie voorwaarden voldoet, dan is die kwalificerend buitenlands belastingplichtig en krijgt die alle tegemoetkomingen voor de inkomstenbelasting die ook een inwoner van Nederland zou hebben. Ook de loonheffingskortingen die een Nederlandse werkgever niet altijd kan toepassen, wanneer die een werknemer in dienst heeft die in het buitenland woont, kan deze werknemer, door te kwalificeren, alsnog claimen in de belastingaangifte. Wij zullen dan op de aanslag alle inkomstenbelasting delen van de heffingskortingen alsnog toekennen.
Het voorbeeld van Johan laat zien dat hij dus in België woont en fysiek 100% in Nederland werkt bij een Nederlandse werkgever. Johan gaat ook een inkomensverklaring meesturen met zijn Nederlandse aangifte die ondertekend is door de Belgische belastingdienst. Johan voldoet daardoor aan alle voorwaarden om te kwalificeren als buitenlands belastingplichtige. Johan krijgt dus alle tegemoetkomingen in de inkomstenbelasting die ook een inwoner van Nederland zou hebben.
Anne daarentegen, Anne was weliswaar sociaal verzekerd in Nederland, maar door haar ene thuiswerkdag wat zij heeft afgesproken met haar werkgever, haalt zij de 90% niet. Anne kwalificeert daardoor niet als buitenlands belastingplichtige. Wel een punt van aandacht is natuurlijk dat Anne wel sociaal verzekerd is in Nederland en haar premie-inkomen dus een andere grondslag heeft. Haar premie-inkomen, de grondslag daarvoor is het wereldinkomen op jaarbasis. Voor het premie-inkomen heeft zij wel recht op alle aftrekposten die een inwoner van Nederland zou hebben. Ook krijgt Anne het premiedeel van de heffingskortingen die bij haar van toepassing zijn.
De coronamaatregelen hebben natuurlijk ook hun gevolgen voor wel of niet kwalificeren als buitenlands belastingplichtige. Het zijn niet zo zeer de twee voorwaarden waar iemand woont. Iemand blijft natuurlijk wel in hetzelfde land wonen. Ook de inkomensverklaring, ook dat criterium veranderd eigenlijk niet. Een inkomensverklaring is nog steeds in te sturen bij de Nederlandse aangifte. Het is misschien wel wat minder praktisch om nu een inkomensverklaring te krijgen. Veel buitenlandse belastingdiensten zijn gesloten, maar in theorie is het nog steeds mogelijk. Maar de 90% eis, die komt natuurlijk wel in het gedrang. Door de gedwongen thuiswerkdagen verandert het feitelijke arbeidspatroon. Met Duitsland en België, met onze buurlanden, hebben we natuurlijk wel afspraken gemaakt, dat het reguliere arbeidspatroon gevolgd blijft, maar achteraf, in de belastingaangifte, kan de werknemer alsnog de keuze maken om het reguliere belastingverdrag te respecteren, waardoor die gedwongen thuiswerkdagen ineens in het woonland belast worden. Ja, dan komt die 90% eis alsnog in het gedrang en kwalificeert die werknemer niet meer als buitenlands belastingplichtige. Wat we ook verwachten is dat het thuiswerken erg positief wordt ervaren door veel werknemers en werkgevers, wat misschien wel na de coronamaatregelen blijvend gaat zijn. In dat geval komt weer die 90% eis in het gedrang. Dus het is essentieel dat de werknemer en de werkgever met elkaar in overleg blijven over wat ze doen met het arbeidspatroon. Want een veranderd arbeidspatroon heeft meteen gevolgen voor de belastingheffing en waar de werknemer sociaal verzekerd raakt.
Afgelopen jaar heeft u in uw privéleven uw grenzen enorm moeten verleggen. Afgelopen minuten hebben wij u ook laten zien hoe u op fiscaal gebied uw grenzen kunt verleggen. Wij hopen dat we in ieder geval met het laatst genoemde het u makkelijker hebben kunnen maken. In het begin van de presentatie heeft Natasja u verteld welke aandachtspunten er zijn bij het in dienst nemen van een buitenlandse werknemer. Vervolgens vertelde zij u hoe de belastingverdragen nu werken in deze bijzondere tijden. Vervolgens nam ik u mee naar de sociale zekerheid, hoe dat dan nu werkt tijdens de coronamaatregelen. Als we dan weten hoe de belasting geheven moet worden en waar iemand verzekerd raakt, hebben we het gehad over hoe de loonheffingen dan afgedragen en ingehouden horen te worden. Tot slot hebben we u bijgepraat over de coronamaatregelen en hun effecten op de kwalificerende buitenlandse belastingplicht.
We willen u hartelijk bedanken voor uw interesse en aandacht. We nodigen u dan ook uit om nog online vragen te stellen, dat kan zo meteen aansluitend op de online informatiemarkt of in de community.
Mochten er volgende week bijvoorbeeld nog vragen invallen, kijkt u dan gerust op grensinfo.nl, waar u nog veel algemene informatie vindt over grensoverschrijdend werken. U mag ons ook altijd bellen. Telefonisch heeft u ook de mogelijkheid om met Belgische en Duitse collega’s te spreken.
Omdat onze presentatie, door het beperkt aantal minuten dat we hebben, voornamelijk de grote lijnen bevat, hebben wij nog online documenten geplaatst waarin u uitgebreide informatie terug kunt lezen over deze onderwerpen van de presentatie. Die vindt u op onderstaande internetpagina of scan de QR-code, dan komt u er meteen op terecht.
Daarmee komen we eigenlijk aan het eind van deze presentatie. Bedankt voor jullie aandacht. Dank u wel.
-